Inwendige defibrillator (ICD)

Een inwendige defibrillator of ICD (Implanteerbare Cardioverter Defibrillator) is een speciaal soort hartstimulator dat wordt geïmplanteerd bij mensen die lijden aan levensgevaarlijke ritmestoornissen zoals kamertachycardie of kamerfibrillatie.

Wanneer het toestel deze levensbedreigende ritmestoornis detecteert, reageert het met een afgifte van elektrische stimuli en/of een schok, waardoor het hart weer naar zijn normale ritme terugkeert. De ICD treedt ook in werking bij een te trage hartslag zoals bij een normale pacemaker.

Net zoals een pacemaker is een ICD een toestel verbonden met één of meerdere elektroden die in het hart worden geplaatst.  Afhankelijk van uw situatie en onderliggend hartprobleem zal uw cardioloog beslissen tot een éénkamer-ICD, tweekamer-ICD of een biventriculaire of CRT-ICD. Net zoals bij een biventriculaire pacemaker (CRT-P) wordt deze laatste geplaatst bij specifieke patiënten met hartfalen en een asynchrone samentrekking van de hartspier.

 

Een ICD kan niet in het Jan Yperman Ziekenhuis worden geplaatst. Patiënten worden doorverwezen naar een samenwerkend centrum voor implantatie. De opname, procedure en het beleid na implantatie is sterk gelijkend als bij een pacemakerimplantatie.  

Nadien is er een periodieke controle via de raadpleging nodig om de goede werking van de defibrillator te blijven garanderen. Het is nu bij veel ICD’s wel mogelijk dat de patiënt een monitor mee naar huis krijgt. Deze monitor stuurt gegevens uit de ICD via een telefoonverbinding naar het ziekenhuis.

Bel altijd de cardioloog als:

  • de ICD een schok heeft afgegeven
  • u buiten bewustzijn bent geraakt of hartkloppingen voelt
  • de ICD piept
  • de huid van de ICD rood of opgezwollen is

 

Leven met een defibrillator

Mensen met een defibrillator kunnen vrijwel alle beroepen uitoefenen. Na enkele weken kunt u uw beroepsleven hervatten. Sommige apparaten kunnen echter gevaarlijk zijn voor uw defibrillator, dit wordt besproken met uw cardioloog.

Reizen is nog steeds mogelijk. De controlepoorten op de luchthaven kunnen een probleem vormen, daarom toont u best uw identificatiebadge bij iedere controle.

U kunt met een defibrillator zonder probleem wandelen, fietsen of sporten. Maak hieromtrent wel duidelijke afspraken met de cardioloog en wacht met sporten tot na de eerste ICD-controle. Bepaalde contactsporten zoals judo, rugby en voetbal worden best vermeden, omdat trappen of klappen de ICD en elektroden kan beschadigen.

Huishoudelijke apparaten vormen geen enkel probleem voor de ICD op voorwaarde dat er geen defecten zijn aan de toestellen. Als defibrillatorpatiënt mag u geen magnetische scans ondergaan (NMR/MRI) zonder voorafgaand overleg met uw behandelend cardioloog.