PCI (plaatsen van een stent)

PCI of Percutane Coronaire Interventie is de procedure waarbij via een katheter via de slagader in de pols of lies een vernauwing of verstopping in de kransslagaders wordt behandeld met behulp van ballondilatatie en plaatsen van een stent.

 

De procedure loopt doorgaans aansluitend op een coronarografie. De cardioloog kan door middel van de reeds aanwezige katheters in de lies of pols de interventie uitvoeren. In sommige gevallen, bijvoorbeeld bij een complex letsel, kan het zijn dat u op een ander tijdstip de procedure krijgt. De voorbereiding van de procedure is gelijkaardig aan de coronarografie. U wordt niet in slaap gedaan voor deze interventie.

 

Het openen of dilateren van de vernauwde kransslagader verloopt als volgt:

  • Een specifieke katheter wordt opgeschoven tot aan het hart via de toegangsweg in de lies of de pols
  • Nadien worden één of meerdere hele fijne draadjes (+-0.3mm) tot voorbij de vernauwing in de kransslagader gebracht
  • Nadien wordt een ballon opgeschoven over dit draadje die wordt opgeblazen om zo de vernauwing wijder te maken
  • Nadien wordt een ballon met daarop een gemonteerde stent opgeschoven tot over de vernauwing. Bij het opblazen van de ballon ontplooit de stent zich en wordt deze in de bloedvatwand geduwd.
  • Nadien wordt de ballon leeggelaten en blijft de stent ter plaatse om zo het opnieuw dichtklappen van de vernauwing te vermijden

U voelt zelf heel weinig van de procedure. Tijdens het opblazen van de ballon kan u een lichte druk voelen ter hoogte van de borstkas. De coronarografie met bijhorende PCI duurt gemiddeld een uur. Dit is natuurlijk afhankelijk van het aantal vernauwingen en de aard van de vernauwingen.

Na de procedure wordt U geobserveerd op de hartbewaking gedurende enkele uren.  Nadien wordt U naar de kamer gebracht. U dient minstens 1 nacht in het ziekenhuis te blijven na een stentimplantatie. Bij een procedure via de lies wordt er gevraagd om deze eerste week niet te sporten, fietsen, geen bad te nemen en geen zware lasten tillen. Bij een procedure via de pols is het belangrijk om de eerste 24u de pols zo weinig mogelijk te gebruiken (de eerste 6u niet gebruiken). Nadien moet u nog een tijdje opletten met het tillen van zware lasten.

 

De mogelijke complicaties zijn gelukkig weinig frequent:

  • Na de procedure kan het zijn dat de insteekplaats (pols of lies) gaat nabloeden. Dit probeert men te voorkomen door middel van een drukverband.
  • Sommige patiënten reageren allergisch op de toegediende contraststof.
  • De contraststof op zich kan schadelijk zijn voor de nieren en een tijdelijke achteruitgang van de nierfunctie veroorzaken. Dit wordt voorkomen door voldoende vocht toe te dienen.
  • Het is mogelijk dat de kransslagader terug gaat vernauwen. Dit probeert men tegen te gaan door middel van bloedverdunners en cholesterolverlagers.
  • Andere complicaties zijn zeer uitzonderlijk. Zo is het bijvoorbeeld nog mogelijk dat een bloedvat beschadigd geraakt tijdens de procedure of dat er een infectie optreedt na de procedure.